- allemachtig
- allemachtig1{{/term}}I 〈bijvoeglijk naamwoord〉1 [geweldig groot] colossal ⇒ hugeII 〈bijwoord〉1 [geweldig] amazingly♦voorbeelden:1 een allemachtig groot huis • an amazingly big house————————allemachtig2{{/term}}〈tussenwerpsel〉1 good heavens♦voorbeelden:1 (wel) God allemachtig! • Good God!
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.